ECLI:NL:HR:2017:2319

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 september 2017
Publicatiedatum
12 september 2017
Zaaknummer
16/04519
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake poging zware mishandeling en bedreiging

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 28 juni 2016 is gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1983. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door advocaat J. Kuijper uit Amsterdam. In de schriftelijke middelen van cassatie die zijn ingediend, zijn verschillende argumenten naar voren gebracht die de verdachte ondersteunen in zijn verzoek om het arrest van het hof te herzien.

De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, wat inhoudt dat hij van mening is dat de middelen die zijn ingediend niet voldoende zijn om het arrest van het hof te vernietigen. De raadsvrouwe heeft schriftelijk gereageerd op deze conclusie, maar de Hoge Raad heeft geoordeeld dat de ingediende middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 12 september 2017 het beroep verworpen. Dit arrest is vastgesteld op 29 augustus 2017 en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. De uitspraak is gedaan door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren E.F. Faase en M.J. Borgers, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

12 september 2017
Strafkamer
nr. S 16/04519
CB/IV
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 28 juni 2016, nummer 21/005548-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsvrouwe heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is vastgesteld op 29 augustus 2017 en gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren E.F. Faase en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
12 september 2017.