De Hoge Raad:
in het principale beroep:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Coop begroot op € 2.678,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
in het incidentele beroep:
vernietigt het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 25 augustus 2015, doch uitsluitend voor zover het door Coop aan [eiser] te betalen bedrag ter zake van gederfde winst daarin is vastgesteld op € 99.820,75 en voor zover daarbij de vordering van Coop tot betaling van de beslagkosten is afgewezen;
veroordeelt Coop om aan [eiser] ter zake van gederfde winst te betalen een bedrag van € 89.907,75, waarbij de in de tabel onder 2.6 van het arrest van 25 augustus 2015 genoemde bedragen telkens worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op het in de tabel vermelde jaar, tot aan de dag van algehele voldoening, met dien verstande dat hierbij voor het als eerste vermelde bedrag van € 25.422,-- moet worden gelezen € 15.509,--;
veroordeelt [eiser] aan Coop te betalen € 9.913,--, met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 september 2015 tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [eiser] aan Coop te betalen € 1.059,09;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Coop begroot op € 68,07 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.