ECLI:NL:HR:2017:746

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 april 2017
Publicatiedatum
20 april 2017
Zaaknummer
15/04753
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid accountant en begroting schade door onjuiste prijsvorming

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 april 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen het arrest van het gerechtshof Amsterdam. De eisers, bestaande uit meerdere rechtspersonen en natuurlijke personen, hebben beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof, dat hen in het ongelijk had gesteld. De zaak betreft de aansprakelijkheid van de accountant, specifiek in relatie tot de begroting van schade die voortvloeit uit onjuiste prijsvorming. De accountant had een partijdeskundigenrapport ingetrokken omdat de opdrachtgever niet onafhankelijk bleek van een kartel. De Hoge Raad heeft de klachten van de eisers in hun cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eisers veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 8.724,34.

Uitspraak

21 april 2017
Eerste Kamer
15/04753
LZ/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [eiseres 1],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [eiser 2],
wonende te [woonplaats],
3. [eiser 3],
wonende te [woonplaats],
4. AG FINANCIAL SERVICES B.V.,
gevestigd te Nieuw Amsterdam,
5. AG BEHEER B.V.,
gevestigd te Coevorden,
6. A.G. VASTGOED B.V.,
gevestigd te Coevorden,
7. HEGO BOUWSTOFFEN B.V.,
gevestigd te Coevorden,
8. UNITED P&O ADVIESGROEP B.V.,
gevestigd te Veenoord,
EISERS tot cassatie,
advocaten: aanvankelijk mrs. R.P.J.L. Tjittes en L. van den Eshof, thans mr. R.P.J.L. Tjittes,
t e g e n
PRICEWATERHOUSECOOPERS ADVISORY N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. F.E. Vermeulen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en PWC.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak C/13/497594/HA ZA 11-2347 van de rechtbank Amsterdam van 4 januari 2012, 30 januari 2013 en 20 maart 2013;
b. het arrest in de zaak 200.124.391/01 van het gerechtshof Amsterdam van 23 juni 2015.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
PWC heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor PWC toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping.
De advocaat van [eiser] c.s. heeft bij brief van 17 maart 2017 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van PWC begroot op € 6.524,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president C.A. Streefkerk als voorzitter en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, M.V. Polak en C.E. du Perron, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
21 april 2017.