Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
16 mei 2017.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, van 17 april 2015, met nummer RK 15/001415. Het beroep is ingesteld door de Officier van Justitie, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak betreft een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv), ingediend door een klager die in 1964 is geboren. Het klaagschrift betreft een herhaald conservatoir beslag op een motor, vaartuigen, aanhangers en een personenauto.
De Hoge Raad heeft op 16 mei 2017 uitspraak gedaan. Het middel van cassatie komt op tegen de gegrondverklaring van het beklag. De Hoge Raad oordeelt dat, op de gronden die zijn vermeld in de eerder uitgesproken beschikking in de zaak 15/04885 (ECLI:NL:HR:2017:880), het middel niet tot cassatie kan leiden. De Hoge Raad verwerpt het beroep, waarmee de beschikking van de Rechtbank Noord-Holland in stand blijft. Deze uitspraak is gedaan door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster.