ECLI:NL:HR:2018:1081

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 juli 2018
Publicatiedatum
3 juli 2018
Zaaknummer
17/00485
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de bestreden uitspraak wegens niet-naleving van het voorschrift inzake appeldagvaarding

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 juli 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag. De verdachte had beroep in cassatie ingesteld tegen een bij verstek gewezen arrest van het hof, dat dateert van 31 oktober 2016. De advocaat van de verdachte, J.C. Reisinger, stelde in de schriftuur dat er een middel van cassatie moest worden voorgesteld, omdat er een procedurefout was gemaakt in het hoger beroep. Het ging hierbij om de niet-naleving van artikel 51 (oud) van het Wetboek van Strafvordering, thans artikel 48 Sv, dat voorschrijft dat een afschrift van de appeldagvaarding naar de raadsvrouw van de verdachte moet worden verzonden.

De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld concludeerde dat de bestreden uitspraak vernietigd moest worden en dat de zaak teruggeworpen moest worden naar het Gerechtshof Den Haag, zodat deze opnieuw kon worden berecht. De Hoge Raad oordeelde dat de gronden die in de conclusie van de Advocaat-Generaal waren vermeld, terecht waren voorgesteld. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag voor herbehandeling.

Dit arrest benadrukt het belang van de naleving van procesregels in het strafrecht, met name de communicatie naar de verdediging. De uitspraak is een bevestiging van de rechtsbescherming van de verdachte en de noodzaak voor een correcte procedurele afhandeling in hoger beroep.

Uitspraak

3 juli 2018
Strafkamer
nr. S 17/00485
SK
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Den Haag van 31 oktober 2016, nummer 22/003311-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J.C. Reisinger, advocaat te Utrecht, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt dat in hoger beroep het voorschrift van art. 51 (oud) Sv, thans art. 48 Sv niet is nageleefd, doordat is verzuimd een afschrift van de appeldagvaarding aan de raadsvrouwe van de verdachte te zenden.
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 3.1 tot en met 3.5 is het middel terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
3 juli 2018.