ECLI:NL:HR:2018:1170

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 juli 2018
Publicatiedatum
11 juli 2018
Zaaknummer
17/00653
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Profijtontneming en berekening wederrechtelijk verkregen voordeel in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juli 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. Het beroep in cassatie was ingesteld door de betrokkene, die in deze procedure werd bijgestaan door de advocaten R.J. Baumgardt en P. van Dongen. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, waarbij de Hoge Raad zich moest buigen over de vraag of het middel van de betrokkene tot cassatie kon leiden. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt had geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad oordeelde dat het middel niet tot cassatie kon leiden. Dit oordeel werd onderbouwd met de overweging dat het middel, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering behoeft, omdat het niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep dan ook verworpen.

De uitspraak is gedaan door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, en in aanwezigheid van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg. Deze uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het inzicht biedt in de toepassing van de regels omtrent profijtontneming en de beoordeling van cassatiemiddelen.

Uitspraak

10 juli 2018
Strafkamer
nr. S 17/00653 P
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 23 januari 2017, nummer 20/002310-12, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze hebben R.J. Baumgardt en P. van Dongen, beiden advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
10 juli 2018.