ECLI:NL:HR:2018:1552

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 september 2018
Publicatiedatum
11 september 2018
Zaaknummer
17/00199
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en terugwijzing van een arrest wegens niet-nakoming van procesregels in hoger beroep

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 september 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat R.J. Baumgardt. De zaak betreft de niet-nakoming van het voorschrift van artikel 51 (oud) van het Wetboek van Strafvordering, thans artikel 48 Sv, waarbij verzuimd is een afschrift van de appeldagvaarding aan de raadsman van de verdachte te zenden. De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het Gerechtshof Den Haag voor een nieuwe behandeling.

De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn raadsman niet zijn verschenen tijdens de behandeling in hoger beroep. De aan de cassatieschriftuur gehechte stelbrief en ontvangstbevestiging van het Hof wijzen erop dat de stelbrief in het ongerede is geraakt, hoewel het Hof op enig moment over deze brief heeft beschikt. De Hoge Raad concludeert dat er in cassatie van moet worden uitgegaan dat de raadsman zich wel heeft gesteld, maar dat het voorschrift van artikel 51 (oud) Sv niet is nageleefd. Dit gebrek staat niet in de weg aan een geldige behandeling van de zaak, maar leidt wel tot de conclusie dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven.

De Hoge Raad heeft daarom de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak teruggeworpen naar het Gerechtshof Den Haag, zodat deze opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Deze beslissing is genomen in het belang van een zorgvuldige rechtsgang en het waarborgen van de rechten van de verdachte.

Uitspraak

11 september 2018
Strafkamer
nr. S 17/00199
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Den Haag van 20 december 2016, nummer 22/002472-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft R.J. Baumgardt, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Den Haag teneinde opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt dat in hoger beroep het voorschrift van art. 51 (oud) Sv, thans art. 48 Sv niet is nageleefd, doordat is verzuimd een afschrift van de appeldagvaarding aan de raadsvrouwe van de verdachte te zenden.
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 2.2 tot en met 2.8 is het middel terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
11 september 2018.