Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
gevestigd te Purmerend,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
Kort weergegeven hield deze, op art. 843a Rv gebaseerde, vordering in dat [verweerders] op straffe van een dwangsom zouden worden veroordeeld om [eiseres] inzage te geven in een notitie met bevindingen van de door [verweerders] geraadpleegde radioloog M.H. Lequin (hierna: Lequin ) en de in dat verband gevoerde correspondentie. Het hof heeft deze vordering afgewezen, tegelijk met zijn beslissing in de hoofdzaak.
Die controle kan dan leiden tot rectificatie, uitwissing of afscherming van de gegevens. De onderhavige vordering van [eiseres] is gericht op verkrijging van informatie ten behoeve van de onderhavige procedure en niet op het doel waartoe Richtlijn 95/46/EG strekt (anders dan bijvoorbeeld het geval was in het hiervoor in 2 vermelde arrest van het HvJEU van 20 december 2017). Het gaat hier dus niet om persoonsgegevens in de zin van die richtlijn. Vgl. het hiervoor vermelde arrest van het HvJEU van 17 juli 2014, punten 44-46. Het hof heeft daarom terecht geoordeeld dat [eiseres] aan de Wbp niet een recht op verstrekking van de medische analyse van Lequin kan ontlenen.
16 maart 2018.