ECLI:NL:HR:2019:109

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 januari 2019
Publicatiedatum
24 januari 2019
Zaaknummer
17/04063
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het cassatieberoep na intrekking van het middel

In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van de verdachte in het cassatieberoep. De verdachte, geboren in 1951, had beroep ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 31 augustus 2006. De advocaat van de verdachte, R.P. Snorn, heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. Echter, op 6 februari 2018 heeft de raadsman het middel ingetrokken. Dit leidde tot de vraag of de verdachte nog ontvankelijk kon worden verklaard in het cassatieberoep. De Advocaat-Generaal, F.W. Bleichrodt, heeft geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard in het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft op 29 januari 2019 geoordeeld dat, nu het middel is ingetrokken, de verdachte niet in het beroep kan worden ontvangen. Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

29 januari 2019
Strafkamer
nr. S 17/04063
IV/CB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 31 augustus 2006, nummer 22/005683-05, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1951.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft R.P. Snorn, advocaat te Heerenveen, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. Bij brief van 6 februari 2018 heeft de raadsman het middel ingetrokken.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het cassatieberoep.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

Nu het middel is ingetrokken, kan de verdachte in het beroep niet worden ontvangen (vgl. HR 30 oktober 2001, ECLI:NL:HR:2001:AD4299).

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
29 januari 2019.