ECLI:NL:HR:2019:1420

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 oktober 2019
Publicatiedatum
24 september 2019
Zaaknummer
17/05974
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen dagvaarding wegens valselijk opmaken en gebruik maken van documenten met betrekking tot arbeids- en rusttijden van buitenlandse werknemers

In deze zaak gaat het om een bezwaarschrift dat is ingediend door de verdachte tegen een dagvaarding wegens de verdenking van het valselijk opmaken en gebruiken van een brief met betrekking tot de arbeids- en rusttijden van buitenlandse werknemers, zoals bedoeld in artikel 225, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad heeft op 1 oktober 2019 uitspraak gedaan in deze cassatieprocedure, waarbij het beroep van de verdachte werd verworpen. De zaak was eerder behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 21 augustus 2017 een beschikking had gegeven in deze kwestie. De advocaat van de verdachte, R.W.J. Kerckhoffs, had middelen van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken concludeerde tot vernietiging van de bestreden beschikking en terugwijzing naar het Gerechtshof voor herbehandeling. De Hoge Raad oordeelde dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie konden leiden, omdat deze geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling aan de orde stelden. De beschikking van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken en is in overeenstemming met de relevante artikelen van het Wetboek van Strafvordering en de regels van de Raad voor de Rechtspraak.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer17/05974
Datum1 oktober 2019
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 21 augustus 2017, nummer AVNR 000640-17, op een bezwaarschrift als bedoeld in art. 262 Sv, ingediend
door
[verdachte],
gevestigd te [plaats],
hierna: de verdachte.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft R.W.J. Kerckhoffs, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO – en wat betreft het derde middel de heden uitgesproken beschikking in de zaak 17/04400, ECLI:NL:HR:2019:1410 – geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
1 oktober 2019.