ECLI:NL:HR:2019:1453

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 oktober 2019
Publicatiedatum
26 september 2019
Zaaknummer
17/05536
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Valsheid in geschrift door vervalsing van brieven van Dienst Justis met betrekking tot gratieverlening

In deze zaak gaat het om valsheid in geschrift, waarbij de verdachte brieven van de Dienst Justis heeft vervalst. In deze vervalste brieven werd vermeld dat de verdachte gratie was verleend, wat leidde tot de uitkering van een stopgezette uitkering en toeslag, die waren stopgezet toen de verdachte gedetineerd raakte. De Hoge Raad behandelt het cassatieberoep van de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 1 november 2017. De verdachte heeft het beroep ingesteld, vertegenwoordigd door zijn advocaten C.M.H. van Vliet en H. Sytema. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelt dat het middel niet tot cassatie kan leiden, omdat het niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep op 1 oktober 2019, waarbij het arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer17/05536
Datum1 oktober 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 1 november 2017, nummer 20/001821-15, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1953,
hierna: de verdachte.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben C.M.H. van Vliet en H. Sytema, beiden advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadslieden hebben daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier B.C. Broekhuizen-Meuter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
1 oktober 2019.