ECLI:NL:HR:2019:219

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 februari 2019
Publicatiedatum
12 februari 2019
Zaaknummer
17/05043
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Profijtontneming en methode van eenvoudige kasopstelling in strafzaken

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 februari 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van het Gerechtshof Amsterdam. Het beroep in cassatie was ingesteld door de betrokkene, die werd bijgestaan door advocaat J. Kuijper. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, waarbij de betrokkene werd beschuldigd van medeplegen van het verstrekken en aanwezig hebben van hennep. De Hoge Raad heeft in deze uitspraak de methode van eenvoudige kasopstelling en abstracte voordeelsberekening met betrekking tot hennep behandeld. Een belangrijk aspect van de uitspraak is dat contante stortingen die vóór 4 september 2012 zijn gedaan, niet mogen worden meegenomen in de eenvoudige kasopstelling. Dit is van belang voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De middelen die door de betrokkene zijn ingediend, konden niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad oordeelde dat dit geen nadere motivering behoeft, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep dan ook verworpen.

Uitspraak

12 februari 2019
Strafkamer
nr. S 17/05043 P
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 11 oktober 2017, nummer 23/001686-15, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsvrouwe heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
12 februari 2019.