Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
11 juni 2019.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 17 juli 2017 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1989. De verdachte is beschuldigd van het medeplegen van pogingen tot verkrachting van minderjarige aangeefsters in Maasbree en Malden. De feiten houden in dat de minderjarige meisjes door de verdachte en/of zijn toenmalige vriend van de fiets zijn getrokken. De advocaat van de verdachte, A.C.J. Lina, heeft een middel van cassatie voorgesteld, waarop de Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, aangezien het middel geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep op 11 juni 2019 verworpen, en het arrest is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier H.J.S. Kea.