ECLI:NL:HR:2020:1947
Hoge Raad
- Cassatie
- P.M.F. van Loon
- L.F. van Kalmthout
- E.F. Faase
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake navordering inkomstenbelasting en persoonsgebonden aftrek
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 december 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 2015. De belanghebbende, een persoon te [Z], had beroep ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 18 september 2019, waarin de Inspecteur was gevolgd in zijn beslissing om een bedrag van € 4.320 aan persoonsgebonden aftrek niet in aftrek toe te laten. Dit bedrag betrof het aan de belanghebbende toegerekende gedeelte van de nog niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek van zijn echtgenoot per 31 december 2014.
Het Gerechtshof had geoordeeld dat de Inspecteur terecht het bedrag van € 4.320 niet in aftrek had toegelaten, omdat de echtgenoot van de belanghebbende geen recht meer had op persoonsgebonden aftrek. De Hoge Raad heeft echter in een andere zaak, ECLI:NL:HR:2020:1948, de uitspraak van het Hof vernietigd, waardoor de grondslag voor het oordeel van het Hof in deze zaak is komen te vervallen. De Hoge Raad heeft daarom de uitspraak van het Hof vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling.
De Hoge Raad heeft tevens bepaald dat de Staatssecretaris van Financiën de kosten van het geding in cassatie moet vergoeden aan de belanghebbende, inclusief het griffierecht en de kosten voor rechtsbijstand. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheren P.M.F. van Loon, L.F. van Kalmthout en E.F. Faase, met waarnemend griffier E. Cichowski.