Uitspraak
1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 19 mei 2021 in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet is betaald. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruikgemaakt. Belanghebbende heeft in zijn op 4 juni 2021 door de Rechtbank ontvangen brief, die door de Rechtbank aan de Hoge Raad is doorgezonden, een beroep op betalingsonmacht gedaan. Omdat dat verzoek niet is gedaan binnen de daarvoor geldende termijn, moet het worden afgewezen. Voor zover die brief moet worden beschouwd als een reactie op de brief van 19 mei 2021, kan dat belanghebbende niet baten. Hetgeen belanghebbende in die brief aanvoert, vormt geen grond voor het oordeel dat belanghebbende voor de betaling van griffierecht niet in verzuim is geweest.