Uitspraak
1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
.Uit het beroepschrift in cassatie blijkt dat het cassatieberoep is ingesteld door een beroepsmatig optredende rechtsbijstandverlener namens [X] B.V. te [Z].
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 september 2022 uitspraak gedaan over het beroep in cassatie ingesteld door J.C.P. Geerts namens [X] B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 mei 2022. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet digitaal was ingediend, zoals vereist door de wet. De indiener had een verzoek ontvangen om het beroepschrift binnen zes weken digitaal in te dienen, maar heeft hieraan geen gevolg gegeven. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de indiener niet aan de verplichtingen heeft voldaan die voortvloeien uit artikel 1 van het Besluit van 6 maart 2019, waardoor de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie in het geding kwam. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten te veroordelen, en heeft de beslissing in het openbaar uitgesproken.