Uitspraak
gevestigd te Breganza, Italië,
gevestigd te Amsterdam,
gevestigd te Amsterdam,
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
11 november 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft Diesel S.P.A., gevestigd te Breganza, Italië, beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. De zaak betreft een merkinbreuk in het kader van het Benelux-Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom (BVIE). De Hoge Raad heeft de klachten van Diesel over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft tevens geoordeeld dat Diesel, als in cassatie in het ongelijk gestelde partij, moet worden verwezen in de proceskosten. CK, de verweerders in cassatie, hebben een kostenveroordeling gevorderd op basis van artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De Hoge Raad heeft de gevorderde kosten, die door CK zijn begroot op een normaal tarief volgens de Indicatietarieven in IE-zaken Hoge Raad 2017, als redelijk en evenredig beschouwd.
In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van Diesel verworpen en Diesel veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 916,34 aan verschotten en € 23.000,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.