Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2. Beoordeling van de cassatiemiddelen die namens de betrokkene zijn voorgesteld
3. Beoordeling van het cassatiemiddel dat door het openbaar ministerie is voorgesteld
4.Beslissing
25 januari 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 januari 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met nummer 20/03022. De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in het kader van de exploitatie van de coffeeshop Checkpoint. Het gerechtshof Den Haag had eerder op 16 september 2020 een betalingsverplichting opgelegd aan de betrokkene, die werd geschat op € 15.613.500,-. Het hof had deze verplichting gematigd tot € 7.500.000,-, wat 50% van het geschatte voordeel vertegenwoordigt. De Hoge Raad heeft de klachten van zowel de betrokkene als het openbaar ministerie beoordeeld, maar heeft geoordeeld dat de beslissing van het hof niet onbegrijpelijk was en dat de matiging van de betalingsverplichting gerechtvaardigd was.
De Hoge Raad benadrukt dat de bevoegdheid van de rechter om de betalingsverplichting te matigen niet beperkt is tot specifieke gevallen, maar ook kan worden toegepast op basis van andere omstandigheden dan de draagkracht van de betrokkene. In deze zaak heeft het hof rekening gehouden met de rol van de overheid in de exploitatie van de coffeeshop en de inkomsten die de overheid daaruit heeft genoten. De Hoge Raad concludeert dat het maatschappelijk niet aanvaardbaar is dat een wetsovertreder al het door hem met strafbare feiten verdiende geld mag behouden, maar dat de omstandigheden waaronder het wederrechtelijk verkregen voordeel is verkregen, ook van belang zijn voor de beslissing over de hoogte van de betalingsverplichting.
De Hoge Raad verwerpt de beroepen en bevestigt de beslissing van het hof, waarbij de aan de betrokkene opgelegde betalingsverplichting met 50% is verlaagd. Dit arrest is van belang voor de verdere ontwikkeling van het recht met betrekking tot de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel en de rol van de rechter in het matigen van betalingsverplichtingen.