ECLI:NL:HR:2022:972

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 juli 2022
Publicatiedatum
29 juni 2022
Zaaknummer
21/01913
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en terugwijzing van beschikking inzake beklag over beslag op auto met Spaans kenteken

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 juli 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 2 februari 2021. Het betreft een klaagschrift dat is ingediend door de klager, die in deze procedure wordt vertegenwoordigd door zijn advocaat J.R.A. Röschlau. De zaak draait om een beslag ex artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering op een auto met een Spaans kenteken, dat onder de klager is gelegd in verband met de verdenking van diefstal.

De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de schriftelijke afdoening van het klaagschrift zonder openbare behandeling heeft plaatsgevonden, wat in strijd is met de geldende procedurele regels. Dit is gebeurd in het kader van de COVID-19 maatregelen, waarbij artikel 23.2 van het Wetboek van Strafvordering is ingeroepen. De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd dat de bestreden beschikking vernietigd moet worden en dat de zaak teruggeworpen moet worden naar de rechtbank Midden-Nederland voor een nieuwe beoordeling.

De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel gegrond verklaard, omdat uit de correspondentie van de rechtbank blijkt dat er geen toestemming is gegeven door de klager of zijn raadsman voor de schriftelijke afdoening. De Hoge Raad heeft daarom de beschikking van de rechtbank vernietigd en de zaak terugverwezen, zodat deze opnieuw kan worden behandeld en afgedaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer21/01913 B
Datum5 juli 2022
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 2 februari 2021, nummer RK 20/2421, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klager],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1946,
hierna: de klager.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft J.R.A. Röschlau, advocaat te Zeist, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en terugwijzing naar de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, teneinde op het bestaande beklag opnieuw te worden beoordeeld en afgedaan.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1.
Het cassatiemiddel klaagt in de kern dat geen openbare behandeling van het klaagschrift heeft plaatsgevonden.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 2, 3.5 en 3.6.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de beschikking van de rechtbank;
- wijst de zaak terug naar de rechtbank Midden-Nederland, opdat de zaak opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 juli 2022.