ECLI:NL:HR:2023:1155

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 september 2023
Publicatiedatum
4 september 2023
Zaaknummer
21/04518
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over opzetheling van een motorscooter en de bewijsvoering door het hof

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 september 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 19 oktober 2021. De verdachte, geboren in 1997, was in eerste aanleg vrijgesproken van opzetheling van een motorscooter. Het gerechtshof had echter in zijn bewijsvoering vastgesteld dat de verdachte bij het voorhanden krijgen van de motorscooter wist dat deze van diefstal afkomstig was. De Hoge Raad heeft de motivering van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat het hof op begrijpelijke wijze heeft vastgesteld dat de verdachte bij het verkrijgen van de motorscooter had moeten zien dat het cilinderslot ontbrak. Dit, in combinatie met het feit dat het contactslot ontbrak en de verklaring van de verdachte dat hij de scooter met een startknop had gestart, werd door het hof als ongeloofwaardig terzijde geschoven. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring toereikend was gemotiveerd en dat het cassatiemiddel niet tot cassatie leidde. De Hoge Raad heeft het beroep van de verdachte verworpen, waarmee de uitspraak van het gerechtshof in stand bleef.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer21/04518
Datum26 september 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 19 oktober 2021, nummer 23-002570-20, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1997,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft S. Ettalhaoui, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt over de motivering van de bewezenverklaring.
2.2
Het cassatiemiddel leidt niet tot cassatie. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 4 tot en met 10.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.E.M. Röttgering en T. Kooijmans, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
26 september 2023.