Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
3.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
4.Beslissing
7 februari 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 februari 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1990, was aangeklaagd voor mishandeling, openlijke geweldpleging, medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving en openlijke geweldpleging tegen goederen. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 7 januari 2018, waarbij de verdachte en anderen betrokken waren bij geweld tegen meerdere personen en goederen. De raadsman van de verdachte had op de terechtzitting in hoger beroep een voorwaardelijk verzoek gedaan om getuige [benadeelde 1] te horen, maar het hof heeft dit verzoek niet in zijn uitspraak behandeld. De Hoge Raad oordeelt dat het hof verzuimd heeft om een uitdrukkelijke beslissing te nemen op dit verzoek, wat noodzakelijk was gezien de omstandigheden. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en wijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling. Dit arrest heeft belangrijke implicaties voor de waarborgen van de verdediging in strafzaken, met name met betrekking tot het horen van getuigen.