Uitspraak
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
22 september 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 september 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de gezagsbeëindiging van de ouders over hun minderjarige dochter. De moeder, die op een geheim adres woont, heeft cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof Den Haag, die het gezag van de ouders over de dochter had beëindigd. De rechtbank had eerder het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot gezagsbeëindiging afgewezen, maar het hof heeft dit verzoek gedeeltelijk toegewezen. Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep waren de moeder en de pleegouders niet verschenen, hoewel zij behoorlijk waren opgeroepen. De moeder stelde dat zij niet op de hoogte was gesteld van het hoger beroep en dat de oproep niet naar haar adres was verzonden, maar naar de GI, die deze niet aan haar had doorgegeven. De Hoge Raad oordeelde dat de moeder ten onrechte niet ter zitting was gehoord, wat in strijd was met het beginsel van hoor en wederhoor. Hierdoor kon de beschikking van het hof niet in stand blijven. De Hoge Raad heeft de beschikking van het gerechtshof vernietigd en het geding verwezen naar het gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling.