ECLI:NL:HR:2023:152

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 februari 2023
Publicatiedatum
3 februari 2023
Zaaknummer
22/02547
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie van een rechtspersoon zonder geldige volmacht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 februari 2023 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X] B.V. tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 27 mei 2022. Het beroep in cassatie was ingesteld door A. Aerts, maar de Hoge Raad heeft vastgesteld dat de indiener niet bevoegd was om het beroep in te stellen. Dit kwam voort uit het feit dat de ondertekening van de volmacht niet kon worden aangetoond door een uittreksel uit het handelsregister, zoals door de griffier was verzocht. De indiener had een termijn van zes weken gekregen om dit document te overleggen, maar heeft dit nagelaten. Hierdoor kon de Hoge Raad niet vaststellen of de volmacht geldig was, wat leidde tot de conclusie dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk was. De Hoge Raad heeft geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste vertegenwoordiging van rechtspersonen in juridische procedures.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer22/02547
Datum3 februari 2023
ARREST
op het door A. Aerts te Amsterdam ingediende beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 27 mei 2022, nr. SGR 21/7065 V.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Het beroep in cassatie is volgens het beroepschrift ingesteld namens [X] B.V. te [Z]. Bij het beroepschrift is een machtiging gevoegd die is ondertekend door [A].
Aangezien de onderhavige procedure een rechtspersoon betreft, heeft de griffier de indiener van het beroepschrift verzocht binnen een termijn van zes weken een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel over te leggen waaruit genoegzaam blijkt dat degene die de volmacht heeft ondertekend, gerechtigd was die volmacht te verstrekken. Dat verzoek is bij aangetekende brief van 5 oktober 2022 aan de indiener van het beroepschrift verzonden. Volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is die brief op 6 oktober 2022 afgeleverd op het door de indiener van het beroepschrift opgegeven adres. De indiener van het beroepschrift heeft het gevraagde uittreksel echter niet overgelegd, zodat niet kan worden vastgesteld dat degene die de volmacht heeft ondertekend, gerechtigd was de volmacht te verstrekken.
Daarom gaat de Hoge Raad ervan uit dat de indiener van het beroepschrift niet bevoegd was om beroep in cassatie in te stellen namens [X] B.V. en zal de Hoge Raad om die reden het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.W.C. Feteris als voorzitter, en de raadsheren E.F. Faase en J.A.R. van Eijsden, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 3 februari 2023.