ECLI:NL:HR:2023:1745

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 december 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
23/03284
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens gebrek aan gronden

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 december 2023 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X] tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 12 juli 2023, nr. 22/00137. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het beroepschrift in cassatie niet voldeed aan de eisen van artikel 6:5, lid 1, letter d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het niet de gronden van het beroep bevatte. De griffier van de Hoge Raad heeft de belanghebbende op 5 september 2023 in de gelegenheid gesteld om dit verzuim binnen zes weken te herstellen. De termijn hiervoor eindigde op 17 oktober 2023. Op 18 oktober 2023 ontving de Hoge Raad een brief van de belanghebbende, maar deze was na afloop van de gestelde termijn ingediend. Hierdoor kon de Hoge Raad deze brief niet in overweging nemen.

De Hoge Raad heeft vervolgens op basis van artikel 6:6 Awb besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Het arrest is gewezen door vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, samen met de raadsheren J. Wortel en A.E.H. van der Voort Maarschalk, en is openbaar uitgesproken op 15 december 2023.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer23/03284
Datum15 december 2023
ARREST
op het door [X] (hierna: belanghebbende) ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 12 juli 2023, nr. 22/00137 [1] .

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Het beroepschrift in cassatie bevat, hoewel artikel 6:5, lid 1, letter d, Awb dit vereist, niet de gronden van het beroep.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 5 september 2023 in de gelegenheid gesteld dat verzuim binnen zes weken na dagtekening van deze brief te herstellen. Die termijn eindigde op 17 oktober 2023. Deze brief van de griffier is aangetekend verzonden en is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres. Op 18 oktober 2023 is een brief bij de Hoge Raad binnengekomen. Aangezien dit geschrift bij de Hoge Raad na afloop van de daartoe gestelde termijn is ingediend, laat de Hoge Raad dit stuk buiten beschouwing.
Daarom zal de Hoge Raad met toepassing van het bepaalde in artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 15 december 2023.