Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
19 december 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 december 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. De verdachte was eerder vrijgesproken van brandstichting in een autoverhuurbedrijf, waarbij DNA-bewijs een cruciale rol speelde. Het hof had overwogen dat het DNA van de verdachte was aangetroffen op een T-shirt en een schoen die ter plaatse van de brand waren gevonden. De verdediging voerde aan dat het niet bewezen kon worden dat de verdachte opzettelijk brand had gesticht en dat het mogelijk was dat iemand anders het T-shirt en de schoen had gebruikt. Het hof oordeelde echter dat het alternatief scenario niet aannemelijk was en dat de verdachte, wiens DNA op de bewijsmaterialen was aangetroffen, contact had opgenomen met een huisarts en medicijnen had gekregen die pasten bij de behandeling van brandwonden, wat als een belangrijke omstandigheid werd gezien. De Hoge Raad concludeerde dat de redenen van het hof niet onbegrijpelijk waren en dat het cassatiemiddel niet tot cassatie leidde. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, waarmee de vrijspraak in stand bleef.