ECLI:NL:HR:2023:333
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard in belastingzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 maart 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] te [Z], Filipijnen, tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 13 oktober 2022, nr. 21/4354 AOW. Het hoger beroep van belanghebbende was gericht tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nr. AMS 20/5631) betreffende een besluit van de Sociale verzekeringsbank ingevolge de Algemene Ouderdomswet. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep niet kunnen slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Het arrest is openbaar uitgesproken en ondertekend door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren P.A.G.M. Cools en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.