ECLI:NL:HR:2023:562

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 april 2023
Publicatiedatum
13 april 2023
Zaaknummer
22/04533
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen beschikking inzake zorgmachtiging en multiproblematiek

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 april 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet zorg en dwang (Wzd). De zaak betreft een verzoek van de betrokkene, die verblijft op een bepaalde locatie, tegen de beschikking van de rechtbank Gelderland van 21 oktober 2022. De rechtbank had in deze beschikking geoordeeld over de zorgmachtiging voor de betrokkene, die te maken heeft met multiproblematiek, een verstandelijke beperking en een geestelijke stoornis. De advocaat van de betrokkene, C. Reijntjes-Wendenburg, heeft cassatie ingesteld tegen deze beschikking, terwijl het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), vertegenwoordigd door advocaat M.M. van Asperen, heeft verzocht het cassatieberoep te verwerpen.

De Hoge Raad heeft de klachten van de betrokkene over de beschikking van de rechtbank beoordeeld. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers was dat het cassatieberoep verworpen moest worden. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking van de rechtbank. Het was niet nodig om te motiveren waarom dit oordeel is gegeven, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de beschikking van de rechtbank Gelderland in stand blijft. Deze uitspraak is gedaan door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter, samen met de raadsheren C.E. du Perron en C.H. Sieburgh, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer F.J.P. Lock.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/04533
Datum14 april 2023
BESCHIKKING
In de zaak van
[betrokkene],
verblijvende te [verblijfplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: betrokkene,
advocaat: C. Reijntjes-Wendenburg,
tegen
CENTRUM INDICATIESTELLING ZORG,
gevestigd te Utrecht,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: het CIZ,
advocaat: M.M. van Asperen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak C/05/409226 / FA RK 22-2934 van de rechtbank Gelderland van 21 oktober 2022.
Betrokkene heeft tegen de beschikking van de rechtbank beroep in cassatie ingesteld.
Het CIZ heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
14 april 2023.