ECLI:NL:HR:2023:716
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak over toeristenbelasting door gemeente Ommen
In deze zaak heeft [X] B.V. beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 augustus 2022, betreffende de aan belanghebbende opgelegde aanslagen in de toeristenbelasting voor de jaren 2016 tot en met 2019. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, maar deze konden niet leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad oordeelde dat het niet nodig was om te motiveren waarom de klachten niet gegrond waren, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ommen heeft een verweerschrift ingediend, en belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en M.T. Boerlage, en is in het openbaar uitgesproken op 12 mei 2023.