ECLI:NL:HR:2024:1117

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 september 2024
Publicatiedatum
2 september 2024
Zaaknummer
23/02770
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen voorbereiding moord met gebruik van peilbaken, simkaart en GPS-tracker

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 september 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 13 juli 2023. De verdachte, geboren in 1998, was beschuldigd van medeplegen van voorbereiding van moord. Het hof had in zijn arrest vastgesteld dat de verdachte in de periode van 6 februari 2021 tot en met 4 maart 2021 te Amsterdam, samen met een ander, een peilbaken, een simkaart en een telefoon met GPS-tracker voorhanden had, met de bedoeling om moord te plegen op een specifiek slachtoffer. De advocaat-generaal D.J.C. Aben had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad oordeelde dat het hof toereikend had gemotiveerd waarom het medeplegen van voorbereiding van moord bewezen was. De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het hof niet blijk gaf van een onjuiste rechtsopvatting en dat de bewijsvoering voldoende was onderbouwd. De Hoge Raad verwierp het cassatiemiddel en bevestigde de uitspraak van het hof, waarmee de vrijspraak in eerste aanleg werd gehandhaafd. Dit arrest heeft ook samenhang met andere zaken, genummerd 23/02882, 23/03754 en 23/03874.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/02770
Datum10 september 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 13 juli 2023, nummer 23-000592-22, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1998,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Kuijper, advocaat in Amsterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt dat het bewezenverklaarde medeplegen van voorbereiding van moord niet uit de bewijsvoering van het hof kan volgen.
2.2.1
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
“hij in de periode van 6 februari 2021 tot en met 4 maart 2021 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord als bedoeld in artikel 289 van het Wetboek van Strafrecht op een persoon, te weten [slachtoffer 1] , opzettelijk
- een peilbaken en
- een simkaart en
- een telefoon met applicatie TKSTAR GPS (voor het instellen en volgen van een GPS-tracker), bestemd tot het begaan van dat misdrijf, voorhanden heeft gehad.”
2.2.2
Deze bewezenverklaring steunt op de bewijsmiddelen die zijn opgenomen in de bijlage bij het arrest van het hof. Verder heeft het hof in zijn arrest een bewijsoverweging opgenomen zoals weergegeven in de conclusie van de advocaat-generaal onder 9.
2.3
Het hof heeft in zijn bewijsvoering gemotiveerd op grond waarvan naar zijn oordeel het tenlastegelegde medeplegen van voorbereiding van moord is bewezen. Dat oordeel geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is, in het licht van de door het hof gebruikte bewijsvoering en mede gelet op wat daarover is opgemerkt in de conclusie van de advocaat-generaal onder 12 tot en met 17 en 22 tot en met 27, toereikend gemotiveerd.
2.4
Het cassatiemiddel faalt.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren T. Kooijmans en T.B. Trotman, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
10 september 2024.