In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarbij de verdachte was vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van de voorbereiding van moord op [naam 2]. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een ander een peilbaken en een telefoon met een applicatie voor het volgen van het baken voorhanden heeft gehad, met de bedoeling om [naam 2] te lokaliseren en te vermoorden. De zaak is onderzocht tijdens de zittingen op 22 juni en 6 juli 2023, waarbij het openbaar ministerie hoger beroep had ingesteld tegen de vrijspraak van de rechtbank. Het hof heeft de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in het hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat het hoger beroep niet gericht was tegen de vrijspraak van een tweede cumulatief/alternatief tenlastegelegde feit. Het hof heeft de tenlastelegging beoordeeld en vastgesteld dat de verdachte en zijn mededader handelingen hebben verricht die wezenlijk gericht waren op de voorbereiding van een moord. De verdachte heeft een peilbaken onder de auto van het beoogde slachtoffer geplaatst, wat duidt op serieuze voorbereidingshandelingen. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar, met aftrek van voorarrest, en heeft de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling toegewezen. De uitspraak benadrukt de ernst van de voorbereidingshandelingen voor moord en de noodzaak van een passende straf.