Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
26 maart 2024.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een hernieuwd beklag van de klager over het beslag dat is gelegd op zijn camper in het kader van een strafrechtelijk onderzoek. De klager, geboren in 1988, stelt eigenaar te zijn van de inbeslaggenomen camper, die eerder op 16 september 2020 onder een derde, [betrokkene 1], in beslag is genomen. Het aanvankelijke beslag op basis van artikel 94 Sv is op 8 juli 2021 omgezet naar een conservatoir beslag op basis van artikel 94a Sv. De rechtbank had eerder een klaagschrift van de klager ongegrond verklaard, maar de klager heeft nieuwe feiten en omstandigheden aangedragen die nopen tot een herbeoordeling van zijn verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de klager andere feiten en omstandigheden heeft aangedragen dan in het eerdere klaagschrift, wat aanleiding geeft tot een nieuwe beoordeling. De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit eerdere uitspraken en concludeert dat de rechtbank onvoldoende gemotiveerd heeft geoordeeld dat niet buiten redelijke twijfel staat dat de klager als eigenaar van de camper moet worden aangemerkt. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de rechtbank en wijst de zaak terug voor een nieuwe behandeling.