ECLI:NL:HR:2024:612

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 april 2024
Publicatiedatum
16 april 2024
Zaaknummer
23/02775
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid cassatieberoep tegen beschikking hof inzake gijzeling wegens niet voldoen aan ontnemingsmaatregel

Op 16 april 2024 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 23/02775. De zaak betreft een beschikking van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 4 juli 2023, waarin de veroordeelde, die niet is verschenen, in hoger beroep is verklaard. De veroordeelde was onderworpen aan een gijzeling op basis van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) wegens het niet voldoen aan een ontnemingsmaatregel. De Hoge Raad heeft zich gebogen over de ontvankelijkheid van het cassatieberoep van de veroordeelde. Volgens artikel 445 Sv staat cassatieberoep alleen open in de gevallen die in het wetboek zijn bepaald. Artikel 6:6:7 Sv stelt dat een rechterlijke beslissing over de tenuitvoerlegging niet aan enig gewoon rechtsmiddel is onderworpen, tenzij anders bepaald in Hoofdstuk 6 van Boek 6 van het Wetboek van Strafvordering. Aangezien er geen bepaling is die cassatieberoep openstelt tegen de betreffende beschikking, kon de Hoge Raad het cassatieberoep van de veroordeelde niet in behandeling nemen. De Hoge Raad heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/02775 B
Datum16 april 2024
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 4 juli 2023, nummer AVNR 000220-23, op een vordering van de officier van justitie als bedoeld in artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[veroordeelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1952,
hierna: de veroordeelde.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de veroordeelde. Namens deze heeft R.W. Koevoets, advocaat te Hoek, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de veroordeelde in het beroep.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

Op grond van artikel 445 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) staat tegen beschikkingen cassatieberoep alleen open in de gevallen in dat wetboek bepaald.
Uit artikel 6:6:7 Sv volgt dat een rechterlijke beslissing over de tenuitvoerlegging, waarvan in dit geval sprake is, niet aan enig gewoon rechtsmiddel is onderworpen voor zover in Hoofdstuk 6 van Boek 6 van het Wetboek van Strafvordering niet anders is bepaald. Dat hoofdstuk bevat geen bepaling op grond waarvan cassatieberoep openstaat tegen een beschikking als deze. Daarom kan de Hoge Raad het cassatieberoep van de veroordeelde niet in behandeling nemen.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren T. Kooijmans en C.N. Dalebout, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
16 april 2024.