Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
30 januari 2024.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 januari 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft een dodelijk verkeersongeluk dat plaatsvond in 2019 in Lelystad, waarbij de verdachte als bestuurder van een auto met zeer hoge snelheid op een andere auto botste. Dit ongeval resulteerde in de dood van twee inzittenden en een derde inzittende raakte zwaargewond. De centrale vraag in deze procedure was of er sprake was van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. Daarnaast werd de strafmotivering van het hof ter discussie gesteld, waarbij de opgelegde gevangenisstraf van 24 maanden en een ontzegging van de rijbevoegdheid van 5 jaren aan de orde kwamen. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.