ECLI:NL:HR:2025:1000
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraak Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake onroerendezaakbelastingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 juni 2025 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] tegen het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE BOXTEL. Het beroep was gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 23 oktober 2024, waarin het hoger beroep van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant werd behandeld. De Rechtbank had een beschikking gegeven op basis van de Wet waardering onroerende zaken en een aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2021 opgelegd. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat het beroep duidelijk niet kan slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Deze uitspraak is gedaan door de vice-president en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken op de genoemde datum.