ECLI:NL:HR:2025:1003
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake Wet waardering onroerende zaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 juni 2025 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X], vertegenwoordigd door A. Bakker, tegen het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE AMSTERDAM. Het beroep was gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 19 november 2024, nummer 23/155, die op zijn beurt weer voortvloeide uit een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nummer AMS 22/1944). De zaak betreft een beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken voor het jaar 2015. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat het beroep duidelijk niet kan slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 27 juni 2025.