Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep
3.Beslissing
27 juni 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 juni 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen S.C. Ferotrans-T.F.I. (hierna: Ferotrans) en NS Reizigers B.V. (hierna: NS). Ferotrans, gevestigd in Lasi, Roemenië, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 28 mei 2024 werd gewezen. NS heeft incidenteel cassatieberoep ingesteld. Beide partijen hebben geconcludeerd tot verwerping van elkaars beroep. De zaak is behandeld door hun advocaten, waarbij Ferotrans ook werd bijgestaan door E.J.H. Zandbergen en NS door V.R. van der Borg.
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
In de beslissing heeft de Hoge Raad het principale beroep van Ferotrans verworpen en deze veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 16.410,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen na de uitspraak is voldaan. Ook het incidentele beroep van NS is verworpen, waarbij NS in de kosten van het geding in cassatie is veroordeeld tot € 2.200,-- voor salaris, eveneens vermeerderd met wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen is voldaan.