Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
8 juli 2025.
Hoge Raad
In de Mallorcazaak, die zich richt op uitgaansgeweld waarbij een slachtoffer (A) is overleden, heeft de Hoge Raad op 8 juli 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. De zaak betreft de vraag of de verdachte aansprakelijk is voor de schade die verband houdt met het letsel van A, en of de vordering van de benadeelde partij, de vriendin van A, voor materiële schadevergoeding wegens gederfd levensonderhoud kon worden toegewezen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klacht over de aansprakelijkheid van de verdachte niet kan leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof, maar dat de klacht over de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij gegrond is. Dit heeft geleid tot een partiële vernietiging van de beslissing op de vordering van de vriendin van A en de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De zaak is terugverwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling van de vordering van de benadeelde partij. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan in samenhang met eerdere arresten, waaronder ECLI:NL:HR:2025:1055, en benadrukt de noodzaak van zorgvuldige beoordeling van schadevergoedingsvorderingen in het kader van groepsaansprakelijkheid.