ECLI:NL:HR:2025:1069

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 juli 2025
Publicatiedatum
1 juli 2025
Zaaknummer
24/00023
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over deelname aan criminele organisatie met oogmerk tot moord en bezit van vuurwapens

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 juli 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 22 december 2023. De verdachte, geboren in 1982, was betrokken bij een criminele organisatie met als oogmerk het plegen van moord, het voorbereiden van moord en het bezit van vuurwapens en munitie, zoals vastgelegd in artikel 140.1 van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen motivering hoeven geven voor dit oordeel, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft dit oordeel gevolgd. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de gevangenisstraf van vijf jaren die eerder was opgelegd, en het hof oordeelde dat de beginselen van een behoorlijke procesorde niet meebrachten dat de eerder opgelegde straf moest leiden tot een vermindering in deze zaak. Tevens werd de redelijke termijn in eerste aanleg en in hoger beroep niet overschreden, wat ook door het hof werd bevestigd.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/00023
Datum8 juli 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 22 december 2023, nummer 23-000216-22, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben de advocaten R.J. Baumgardt en M.J. van Berlo bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en M. Kuijer, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
8 juli 2025.