ECLI:NL:HR:2025:1183
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 juli 2025 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] tegen het College van Burgemeester en Wethouders van Katwijk. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep, gedaan op 3 juni 2025. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep duidelijk niet kunnen slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep in cassatie zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Het arrest is openbaar uitgesproken en is gewezen door de raadsheer M.T. Boerlage als voorzitter, samen met de raadsheren A.E.H. van der Voort Maarschalk en W.A.P. van Roij, in aanwezigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.