ECLI:NL:HR:2025:1183

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 juli 2025
Publicatiedatum
18 juli 2025
Zaaknummer
25/02079
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Artikel 80a RO-zaken
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep niet-ontvankelijk verklaard

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 juli 2025 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] tegen het College van Burgemeester en Wethouders van Katwijk. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep, gedaan op 3 juni 2025. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep duidelijk niet kunnen slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep in cassatie zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Het arrest is openbaar uitgesproken en is gewezen door de raadsheer M.T. Boerlage als voorzitter, samen met de raadsheren A.E.H. van der Voort Maarschalk en W.A.P. van Roij, in aanwezigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer25/02079
Datum18 juli 2025
ARREST
In de zaak van
[X] (hierna: belanghebbende)
tegen
het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN KATWIJK
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak op de voet van artikel 8:86 Awb van de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep van 3 juni 2025, nrs. 24/2527 PW en 24/2585 PW-VV [1] .

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen. De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.T. Boerlage als voorzitter, en de raadsheren A.E.H. van der Voort Maarschalk en W.A.P. van Roij, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 18 juli 2025.