ECLI:NL:HR:2025:1185
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep van de Erven van [A] tegen het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Diemen inzake onroerendezaakbelastingen
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de Erven van [A] tegen het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Diemen. De zaak betreft een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 15 oktober 2024, waarin het hoger beroep van de belanghebbenden en het incidentele hoger beroep van de heffingsambtenaar werd behandeld. De kwestie draait om een beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en een aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2022. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld en de procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen om een advies uit te brengen. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen en heeft het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk verklaard, zoals voorzien in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Het arrest is gewezen door de vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, en de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, en is in het openbaar uitgesproken op 18 juli 2025.