ECLI:NL:HR:2025:1225

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 september 2025
Publicatiedatum
1 september 2025
Zaaknummer
23/01500
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en terugwijzing van een arrest wegens niet-ontvankelijkheid in hoger beroep door te late indiening

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 september 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte was in hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het hoger beroep te laat was ingesteld, zoals bepaald in artikel 408.2 van het Wetboek van Strafvordering. De advocaat van de verdachte, W.H. Jebbink, heeft een cassatiemiddel ingediend, waarin werd betoogd dat het hof ten onrechte had geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk was. De advocaat-generaal, P.H.P.H.M.C. van Kempen, heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het hof en terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor een nieuwe behandeling.

De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel gegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelde dat het hof onvoldoende bewijs had geleverd voor de stelling dat de verdachte op de juiste wijze op de hoogte was gesteld van de einduitspraak. De Hoge Raad benadrukte dat de aannemelijkheid van de kennisgeving niet voldoende is; er moeten wezenlijke eisen worden gesteld aan de vaststelling van de omstandigheden waaronder de einduitspraak aan de verdachte bekend is gemaakt. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het hof en wees de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zodat deze opnieuw kan worden behandeld en afgedaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/01500
Datum2 september 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 14 april 2023, nummer 21-002895-21, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft de advocaat W.H. Jebbink bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal P.H.P.H.M.C. van Kempen heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof ArnhemLeeuwarden teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt over het oordeel van het hof dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep omdat het hoger beroep te laat is ingesteld.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren C.N. Dalebout en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
2 september 2025.