ECLI:NL:HR:2025:1261
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en Zorgverzekeringswet
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 september 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door belanghebbende, vertegenwoordigd door C. Jankie, tegen de Staatssecretaris van Financiën. De zaak betreft meerdere navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet voor de jaren 2007 en 2010. De uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 7 november 2023, waartegen het cassatieberoep was ingesteld, had betrekking op de navorderingsaanslagen en de daarbij gegeven boetebeschikkingen en beschikkingen inzake heffingsrente. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, maar deze niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof, zonder verdere motivering, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Het beroep in cassatie is ongegrond verklaard.