ECLI:NL:HR:2025:1334
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 september 2025 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X] B.V., vertegenwoordigd door A.F.M.J. Verhoeven, tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 14 maart 2025. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was voldaan. De griffier van de Hoge Raad had belanghebbende op 5 juni 2025 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en een termijn van vier weken gesteld voor betaling. Ondanks dat de brief op het opgegeven adres was afgeleverd, is het griffierecht niet betaald. Op 8 juli 2025 heeft de griffier een bericht in het digitale dossier geplaatst, maar belanghebbende heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te reageren op het niet betalen van het griffierecht. De Hoge Raad concludeert dat het beroep in cassatie op grond van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.