ECLI:NL:HR:2025:1336
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 september 2025 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X] B.V., vertegenwoordigd door A.F.M.J. Verhoeven, tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 14 maart 2025. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht voor het beroep in cassatie niet is voldaan. De griffier heeft belanghebbende op 5 juni 2025 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en een termijn van vier weken gesteld voor betaling. Ondanks dat de brief op het opgegeven adres is afgeleverd, is het griffierecht niet betaald. Op 8 juli 2025 heeft de griffier een bericht in het digitale dossier geplaatst, waarin belanghebbende de gelegenheid kreeg om te verklaren waarom het griffierecht niet was betaald. Dit bericht is ook naar het opgegeven e-mailadres verzonden. Belanghebbende heeft echter geen gebruik gemaakt van deze gelegenheid. Gelet op artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.