ECLI:NL:HR:2025:1418
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 september 2025 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X], vertegenwoordigd door A.F.M.J. Verhoeven, tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 14 maart 2025. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was voldaan. De griffier van de Hoge Raad had belanghebbende op 5 juni 2025 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en een termijn van vier weken gesteld voor de betaling. Ondanks dat de brief volgens Track&Trace was afgeleverd, is het griffierecht niet betaald. Op 8 juli 2025 heeft de griffier een bericht in het digitale dossier geplaatst, waarin belanghebbende werd uitgenodigd om te verklaren waarom het griffierecht niet was betaald. Belanghebbende heeft hierop echter geen reactie gegeven. Gezien deze omstandigheden heeft de Hoge Raad op basis van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken.