Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
Het hof heeft vastgesteld dat de demonstratie een geweldloos en vreedzaam karakter had, waarbij geen schade is toegebracht. Het hof heeft verder geoordeeld dat een “inperking van het demonstratierecht tot een minimum” beperkt moet blijven en dat – gelet op het vreedzame en beperkte karakter van de demonstratie – de politie en het openbaar ministerie hadden kunnen volstaan met minder verstrekkende maatregelen dan de aanhouding van de verdachte, het overbrengen van de verdachte naar het politiebureau, het daar gedurende meerdere uren ophouden voor verhoor en het strafrechtelijk vervolgen van de verdachte. Het hof heeft zo kennelijk tot uitdrukking gebracht dat het had volstaan om de verdachte te verwijderen van de publieke tribune, gevolgd door aanhouding en eventueel een korte periode van vrijheidsontneming en dat een verdergaand strafrechtelijk optreden, zoals dat in deze zaak plaatsvond, een beperking van het recht op vrijheid van vreedzame vergadering heeft opgeleverd, die verder is gegaan dan noodzakelijk was. Daarmee is niet verenigbaar dat het hof het verweer van de verdediging heeft verworpen dat de verdachte moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging vanwege onverenigbaarheid van de strafvervolging met artikel 10 en 11 EVRM.
4.Beslissing
30 september 2025.