Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
4.Beslissing
14 oktober 2025.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, waarin de verdachte werd vrijgesproken van medeplichtigheid aan een gewapende overval op een lachgasverkoper. De Hoge Raad behandelt verschillende cassatiemiddelen die betrekking hebben op de bewijsvoering en de motivering van het hof. De verdachte had de auto verplaatst, maar er was onduidelijkheid over het moment van verplaatsing. De Hoge Raad oordeelt dat de bewijsvoering van het hof niet tegenstrijdig is en dat de conclusies van getuigen niet ontoelaatbaar zijn. De Hoge Raad concludeert dat het hof op basis van de feiten en omstandigheden tot het oordeel is gekomen dat de verdachte voorwaardelijk opzet had op de diefstal met geweld. De Hoge Raad vernietigt echter de uitspraak van het hof, maar alleen wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, omdat de redelijke termijn is overschreden. De gevangenisstraf wordt verminderd van 227 naar 220 dagen.