Uitspraak
1.Geding in cassatie
De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.
De Minister van Justitie en Veiligheid heeft schriftelijk gereageerd op het hiervoor bedoelde verzoek om vergoeding van immateriële schade en zich gerefereerd aan het oordeel van de Hoge Raad.
2.Uitgangspunten in cassatie
Bij de vrijgave van de goederen heeft belanghebbende douanerechten betaald naar het bij tariefpostonderverdeling 7307 99 10 behorende tarief van 3,7 procent.
Op die data was echter wel een definitief antidumpingrecht ingesteld op bepaalde buizen en pijpen van ijzer of van niet-gelegeerd staal die worden ingedeeld in postonderverdelingen 7306 30 41, 7306 30 49, 7306 30 72 en 7306 30 77 van de GN, wanneer zij van oorsprong uit Belarus, de Volksrepubliek China of Rusland zijn. [3] Voor goederen van die postonderverdelingen van oorsprong uit de Volksrepubliek China bedroeg het antidumpingrecht 90,6 procent.
De Inspecteur heeft dit antidumpingrecht van belanghebbende nagevorderd ter zake van de door belanghebbende ingevoerde goederen. Hij heeft de door belanghebbende betaalde douanerechten op de voet van artikel 116 van het Douanewetboek van de Unie aan haar terugbetaald.
3.De oordelen van het Hof
Verder heeft belanghebbende ter zitting verklaard dat de goederen niet worden gebruikt om twee pijpen met elkaar te verbinden, maar “om de afstand tussen twee hulpstukken te overbruggen”. Dat betekent volgens belanghebbende dat ook de goederen zelf als hulpstukken moeten worden aangemerkt. Het Hof heeft dit betoog verworpen. Volgens het Hof geldt hier: “een pijp is en blijft een pijp, ook indien deze slechts van beperkte lengte is en beide uiteinden worden verbonden met een hulpstuk”.
4.Rechtskader
(…)”
5.Beoordeling van de klachten
Wel is het zo dat in de officiële taalversies van het GS in de GS-toelichting op post 7307 van het GS de term “nipples” respectievelijk “mamelons” voorkomt als voorbeeld van een hulpstuk voor buisleidingen. De door de WDO vastgestelde GS-toelichtingen en de in aanvulling daarop door de Commissie opgestelde GN-toelichtingen vormen belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten, maar zij zijn – anders dan de in het GS of de GN gebruikte begrippen – rechtens niet bindend. [5]
De omstandigheid dat de in geding zijnde goederen in het handelsverkeer worden aangeduid als nippel (of nipple), laat dus onverlet dat die goederen, om te kunnen worden ingedeeld onder post 7307 van de GN, moeten beschikken over de objectieve kenmerken en eigenschappen van de goederen als omschreven in die post en in de aantekeningen op de afdelingen of hoofdstukken.
Hierbij verdient opmerking dat slechts wanneer de indeling niet uitsluitend op basis van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product kan worden verricht, ook met de bestemming van het product rekening kan worden gehouden. [6]