Uitspraak
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten
4.Beslissing
7 november 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 november 2025 uitspraak gedaan in een incident tot verwijdering van bijlagen bij de procesinleiding in cassatie. Betrokkene, een Chileense vrouw, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag, dat haar uitlevering aan Chili had goedgekeurd. De Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Justitie en Veiligheid, heeft in cassatie een incidentele vordering ingediend om bepaalde bijlagen uit het dossier te verwijderen. Deze bijlagen bevatten informatie die na het bestreden arrest zijn ingediend en zijn volgens de Staat niet relevant voor de beoordeling van de cassatiemiddelen. De Hoge Raad heeft de incidentele vordering van de Staat afgewezen, omdat de bijlagen niet deel uitmaken van de stukken van het geding en dus niet in de beoordeling kunnen worden betrokken. De Hoge Raad heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor vergoeding van de proceskosten door de Staat. De zaak is aangehouden voor schriftelijke toelichting op 27 februari 2026.