Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste, het tweede en het derde cassatiemiddel
3.Beoordeling van het vierde cassatiemiddel
4.Beslissing
11 november 2025.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarbij de verdachte is veroordeeld voor doodslag op een psychologe in Groningen in 1997. De verdachte heeft de psychologe 's nachts in haar woning met een scherp voorwerp in haar borst gestoken, wat heeft geleid tot haar overlijden. De Hoge Raad heeft zich gebogen over verschillende cassatiemiddelen, waaronder klachten over de betrouwbaarheid van DNA-onderzoek en de redelijke termijn van de procedure. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het hof, maar alleen wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten over de uitspraak van het hof niet kunnen leiden tot vernietiging, met uitzondering van de overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 van het EVRM, is overschreden, wat heeft geleid tot een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van tien jaren naar negen jaren en zes maanden. De uitspraak van het hof is vernietigd, maar het beroep is voor het overige verworpen.